In september 2021 is de inclusie van de SONIA-studie voltooid. Ter gelegenheid daarvan, vertellen de drie hoofdonderzoekers in Oncologie-Up-To-Date over onder andere de opzet en het belang van de studie, en het toekomstperspectief van CDK4/6-remmers. We geven hieronder graag een samenvatting van het artikel. Het volledige artikel kunt u lezen via de bijgevoegde link.

De afgelopen jaren zijn drie CDK4/6-remmers (palbociclib, ribociclib, abemaciclib) beschikbaar gekomen voor de behandeling van uitgezaaide hormoongevoelige borstkanker, steeds in combinatie met anti-hormonale therapie (aromataseremmers of fulvestrant). Deze CDK4/6-remmers zorgen ervoor dat de anti-hormonale therapie langer werkt. CDK4/6-remmers veroorzaken ook bijwerkingen zoals vermoeidheid, diarree en een lager aantal witte bloedcellen en hiervoor zijn meer controles in het ziekenhuis nodig. Bovendien is de behandeling kostbaar. Op dit moment kunnen CDK4/6-remmers worden toegepast direct bij het vaststellen van uitgezaaide ziekte (de eerste lijn) of later in het ziekteproces (de tweede lijn), als een eerste vorm van anti-hormonale therapie niet meer voldoende werkt. De vraag wanneer CDK4/6-remmers de meeste toegevoegde waarde hebben is nog niet beantwoord. De SONIA-studie onderzoekt wat het beste moment is om CDK4/6-remmers te gebruiken: in de eerste of de tweede lijn.

De inclusiefase van de studie is klaar; dat betekent dat er nu geen nieuwe patiënten meer kunnen meedoen. Het zal naar verwachting nog anderhalf jaar duren voordat we een antwoord kunnen geven op onze onderzoeksvraag.

Link naar volledige artikel: Optimale inzet CDK4/6-remmers bij mammacarcinoom onderzocht in SONIA-studie – Oncologie

Van links naar rechts: Tijs Volker (projectmedewerker BOOG), Elise van Leeuwen-Stok (directeur BOOG), Annemiek van Ommen-Nijhof (studiecoördinator), Noor Wortelboer (studiecoördinator), Gabe Sonke (hoofdonderzoeker), Agnes Jager (hoofdonderzoeker), Inge Konings (hoofdonderzoeker) en Astrid Swinkels (centraal datamanager IKNL).